 |
 |
|
 |
 |
Startpagina
Ouder worden in onze tijd
Onze tijd verheerlijkt de jeugd en daarmee moeten ouderdom en het verouderingsproces welhaast problemen geven. De geneeskunde vraagt zich al of niet terecht af, of veroudering tot de normale fysiologische gegevenheden moet worden gerekend, of als ziektesymptoom
moet worden bestreden. In geval van ouderdomsverschijnselen zijn de organen niet opgebruikt, maar is het orgaan met gedachten belast; als iemand zeventig jaar oud is, zijn de organen eenvoudig zeventig jaar lang belast. De stortvloed van
pillen waarmee tegenwoordig wordt geprobeerd de oude dag op afstand te houden, bewijst dat de moderne geneeskunde ouderdomsverschijnselen als te bestrijden ziektesymptomen interpreteert. De meeste mensen willen als het even kan oud worden, maar
niemand wil oud zijn. Deze paradox kent een dilemma. Omdat we hemel en aarde bewegen om jong te blijven, worden we daardoor steeds ouder. We blijven streven naar vooruitgang, hetgeen per definitie een streven naar de toekomst is. Ten aanzien
van het menselijk leven is vooruitgang gericht op verlenging van het leven en het op afstand houden van de dood. Toch werken al onze inspanningen, die zonder uitzondering op de toekomst zijn gericht, veroudering in de hand, zodat we juist het tegendeel
van onze droom van een eeuwige jeugd en een eeuwig leven realiseren. We bedriegen onszelf en proberen de tijd en de dood uit ons gezichtsveld te bannen. Er bestaat een complete industrie van het uitbuiten van onze angst voor beide
schrikbeelden. Denk aan het voorkomen van ouderdomszwakte zoals verharde bloedvaten, liften van gezicht, hals, borsten, buik en billen, oppeppen d.m.v injecties.Zelfs onze pogingen om met behulp van affirmaties (zelfbevestigingen) onze fysieke onsterfelijkheid
te verwerven maakt daar deel van uit. Onze verwachtingen vinden op korte termijn gretig aftrek, maar steeds opnieuw wordt deze hoop de bodem ingeslagen. Of we nu rimpels laten 'weghalen', antiverouderingscrèmes in onze huid smeren, onze grijze
haren laten verven, altijd bedrijven we hetzelfde, tot mislukken gedoemde spel tegen de tijd, de dood en de veroudering.
Verdringingstactieken
De eerste helft van het leven wordt zo sterk naar de voorgrond gehaald dat er voor de tweede helft niets overblijft. En we willen daarvan niets horen of zien. We koesteren de ijdele en dwaze hoop er zelf nooit mee in aanraking te komen. Terwijl er maar
één zekerheid is, ooit zullen we onze laatste adem uitblazen. Er zijn indrukwekkende verdringingstactieken nodig om dat feit en het natuurlijke levensritme zo consequent over het hoofd te kunnen zien. We slagen er alleen in dankzij een collectief
blindemansspelletje, dat tot in alle niveaus van de samenleving wordt gespeeld. Onze toegenomen levensduurverwachting betreft vooral het feit dat daardoor vooral de ouderdomsverwachting is toegenomen. Voorbeelden; de geneeskunde uit de verdenking dat
kanker in onze samenleving is toegenomen door de eveneens toegenomen levensverwachting. Daardoor zouden we een leeftijd bereiken waarop kanker veel vaker voorkomt. Ende pogingen om het leven bv op de afdeling intensive care te verlengen, verlengen vaak maar
één ding: het lijden.
Levenspatroon
Onze cultuur negeert de ontwikkelingsstadia die het levens- en daarmee het verouderingsproces belichten en daardoor veranderde rijpingscrises in catastrofen. Het begint al bij de geboorte, waar steeds meer bevallingen worden beoordeeld
als een 'bevalling met een verhoogd risico'. Bij de volgende rijpingscrisis, de puberteit, gaan we in dezelfde stijl verder. Als met het aanbreken van de puberteit driften doorbreken die het volwassenworden aankondigen, is de samenleving
het erover eens dat het nog lang niet zover is, als het al ooit zover komt. Zonder de noodzakelijke rituelen staan wij hulpeloos tegenover de natuurlijk doorbrekende behoefte aan groei naar volwassenheid. Als de puberteit
op het psychische niveau uitvalt, wordt heel het volwassenworden bedreigd en zal de eerstvolgende noodzakelijke stap, het zich losmaken van het ouderlijk huis, nog problematischer worden. Veel mensen die qua ouderdom reeds aan de midlife-crisis
toe zouden zijn, maken alsnog de puberteit door. Iedere niet met succes doorgemaakte levensfase levert de grondslag van de daaropvolgende. En iedere latere doorwerking is veel moeilijker, omdat de omstandigheden die de desbetreffende ontwikkeling moeten bevorderen
alleen in de daarvoor door de natuur bestemde periode voorhanden zijn.
Een keerpunt
In het oerpatroon van het leven, wordt de midlife-crisis, als een keerpunt weergegeven. Dit doorslaggevende keerpunt in het levenspatroon van ieder mens is bovendien belast met het schrikbeeld van veroudering. De mandala is als
archetype van de menselijke evolutie niet alleen verweven met ons eigen bestaan, maar tevens met dat van de gehele kosmos. Elk atoom is een mandala, met zijn energetische dans om het eigen middelpunt, de atoomkern.
Aangezien alles in de schepping
uit atomen bestaat, bestaat alles tevens uit mandala's. Iedere cel is gevormd naar het oerpatroon van de mandala, want ook hier draait alles om de in het middelpunt gelegen celkern. Ook het universum draagt, net als de spiraalnevel, de signatuur van de mandala.
In een uit mandala's opgebouwde schepping draagt alles dit oerbeeld in zich mee, zo ook de mens. Ons leven ontwikkelt zich in dit patroon en nooit kan iets in de schepping dit universele raamwerk verlaten.
De mandala
Het menselijk leven begint met de conceptie in het middelpunt van de mandala. De punt is het symbool voor een niet in deze wereld bestaand niveau, zonder expansie in de ruimte, een ideaal. Met de conceptie verlaten wij de dimensieloze oneindigheid en
komen terecht in de moederschoot, ook nog dicht bij de eenheid. De eenheid wordt nu op de weg vanuit het midden naar de periferie van de mandala stap voor stap verlaten. Bij de geboorte wordt het kind met grote kracht uit de vanzelfsprekende verzorging
verstoten. Bij de eerste adem ontplooien zich de longen en de adem bindt het kind met de beide polen van de ademcyclus(in- en uitademen) definitief aan de polariteit.Tot de laatste adem, waarmee wij de polaire wereld weer verlaten, moet de mens onafgebroken
ademen en daarmee middenin de polariteit staan. Langzaam maar zeker leert het kind op eigen benen te staan, zich eigenhandig te voeden, waarmee het ook steeds meer verantwoordelijkheid in handen krijgt. Bij het praten moet het vroeg of laat de omgeving
zijn eerste 'Nee!' laten horen, waarmee het zichzelf afzondert en delen van de werkelijkheid buitensluit. Met elk nee en iedere stap verwijdert het kind zich verder van het middelpunt en vordert het naar de periferie van de mandala.
De terugreis van de ziel
In de puberteit houdt het kind dat in grammaticaal opzicht nog steeds onzijdig was- op te bestaan en ontpopt zich als man of vrouw. Na de puberteit is het bewustzijn van de eigen onvolkomenheid of halfheid zo groot dat de jongere
zich opmaakt om naar de andere, hem ontbrekende helft te gaan zoeken. De helft die we missen om volmaakt te zijn. Met de schaduwzijde die erbij hoort. Nu verwijdert de weg zich vanuit het midden om ergens, nadat er in de wereld van de tegenstellingen
het een en ander is bereikt, voor ieder van ons aan de rand van de mandala te komen. Daar draait alles om: de weg leidt niet in de vertrouwde richting verder en alle pogingen om hem verder te bewandelen zijn tot mislukken gedoemd. We keren terug. Ook
de conventionele geneeskunde heeft dit keerpunt gevonden. Bij de vrouw was het duidelijk, de menstruatie bleef uit en er zijn overduidelijke hormonale veranderingen in het lichaam, maar ook bij de man kon het niet over het hoofd worden gezien, vanwege de mate
waarin hij steeds opnieuw afgleed naar oningeloste domeinen. Het hoogtepunt, de climax, is bereikt. De ontplooiing van fysieke- uiterlijke- kracht en macht komt ten einde, ten gunste van een innerlijke ontplooiing. Deze omkeer van buiten naar binnen
ligt al opgesloten in het patroon: de terugreis van de ziel naar haar oorsprong. Na een levenshelft vol van verwikkelingen, volgt nu een helft van ontwikkelingen. Zij die hun spirituele wortels in stand hebben gehouden, leven bewust naar deze kans toe. Wat
wij als een teken van ouderdom en afnemende kracht zien, bezien zij met andere ogen; het doel is de terugkeer, naar de eenheid. Waar de dood in onze ogen een bedreiging vormt, als het eind van onze individuele wereld, is dit bij sommige volken de natuurlijke
poort naar een andere bestaansvorm. Deze laatste levenscrisis is voor hen geen probleem.
Laatste levensfase
Ofschoon we geen schijn van kans hebben de dood te slim af te zijn, proberen we voor die tijd graag een potje poker met te spelen, in de hoop hem te kunnen afbluffen. We negeren de midlife-crisis, omdat we er niet aan willen worden herinnerd dat het
zo niet door kan gaan; dat de helft al voorbij is. Dit inzicht moet gepaard gaan met de erkenning dat het leven een keerpunt heeft bereikt en op weg is naar de dood. Uit dit verzet tegen deze levensfase vloeit een reeks relevante problemen voort. Iets
waarvan we bewust niets willen weten, ervaren we in ons lichaam des te onbarmhartiger. Het lichaam gaat ervan uit dat het lichter kan worden, en verlegd het zwaartepunt, zodat het er nu minder op aankomt de fysieke botten te steunen dan
houvast te vinden in de innerlijke structuren van de ziel. De menopauze behoort werkelijk een rustpauze te zijn. Het gaat erom dat we onszelf zowel in fysiek als psychisch opzicht lichter maken, als noodzakelijke voorbereiding op
de terugkeer naar de oorsprong van onze ziel. Daartoe is ballast afwerpen dringend nodig. Hoe meer dit in overdrachtelijke zin gebeurt, des te stabieler de lichaamsstructuur zal blijven. Vruchtbaarheid en groei horen nu thuis op het niveau van de geest. De mythologie beschrijft de terugreis van de ziel naar haar oorsprong in al zijn varianten. Iedere sprookjesheld volgt dit archetypische patroon. Dit patroon geldt ook voor ons. Ook medi-tatie is op het eigen middelpunt gericht. Vragen: Op welk punt van mijn levensweg(patroon) sta ik nu? Met welke stadia sta ik op voet van oorlog? Waar en in welke vorm verzet ik mij tegen de omkeer die mijn patroon van mij verlangt? Heb ik mijn levensdoelen verwerkelijkt of heb ik ze al overleefd? Wat zou mijn leven alsnog kunnen redden? Hoe ga ik om met spanning en ontspanning in mijn leven?
|
|
 |
|
|
|