Bij tai chi gaat het erom om te begrijpen d.w.z in het eigen lichaam te ervaren wat gevoelens zijn, waardoor ze veroorzaakt worden en wat hun effect is op het organisme. Gevoelens zijn tijdelijke configuraties, veroorzaakt door het intern functioneren
van de vitale organen, in wisselwerking met reële of imaginaire objecten(gebeurtenissen) van de buitenwereld.
Gevoelens kunnen biologisch doelmatig en uitermate nuttig zijn maar ze eisen hun tol: 'het verbruik' van het organisme schiet als een
pijl de hoogte in. Bij de mens komt daar nog bij dat hij de neiging heeft zich 'vast te zetten' in gevoelens, zonder dat deze zich nog in handelingen kunnen ontladen, waardoor het 'knagen' intern en permanent wordt, en hij als het ware verder moet leven met
een lek in de brandstoftoevoer.
Het gaat hier niet om louter psychische conflicten of excessen, maar wel degelijk om functies van organen, die ernstig beschadigd kunnen worden wanneer het organisme geen manier vindt om tijdig tot rust te komen. We treffen
hier in feite een Chinese formulering aan van wat in het Westen bekend staat als 'psychosomatiek' en de kern uitmaakt van de Chinese geneeskunde tot op de dag van vandaag.