Menszijn vraagt om zelfonderzoek, zelfkennis en een zelfbeeld. Een tijdlijn van het verleden naar de toekomst. De tijdlijn is jouw levensloop.
We kunnen dit onderzoek doen aan de hand van een levensloopbeschrijving en door antwoorden te zoeken op de vragen die we onszelf stellen.
Wie ben je?
Wat wil je bereiken?
Wat zijn je (belemmerende) overtuigingen?
Hoe denk je over jezelf?
Biografisch mensbeeld.
De mens , het individu heeft de sleutel in handen om de balans te zoeken tussen datgene wat invloed heeft op zijn of haar gevoel om gezond te blijven. Je haalt herinneringen uit je hoofd. Je bekijkt ze (eventueel met anderen). daarmee krijg je toegang tot je bron, je authenticiteit.
De mens wordt vaak gezien als lichaam (biologisch mensbeeld), psyche(psychologisch mensbeeld) en geest(biografisch mensbeeld).
De vragen die je kunt stellen aan jezelf:
1. Wie ben ik?
2. Wat wil ik?
3. Wat kan ik?
Onze identiteit ontlenen we aan: wie ben ik. Je krijgt inzicht door op te schrijven wat je roeping, talenten en kwaliteiten zijn. Ook je inspiratie, je passies en levensvisie is van belang.
Ontwikkeling.
Hoe is het gesteld met je intuïtie, vaste patronen, vaardigheden, keuzes die je maakt.
Je beschrijft je herinneringen.
Wat gebeurde er?
Vervolgens kijk je er met afstand naar.Het is een paradox: juist door afstand te nemen kom je dichter bij jezelf.
Een autobiografie beschrijft wat er in je leven gebeurt. Waar het werkelijk om gaat is hoe je er mee omgaat. Daar zit je individuele vrijheid.
Moeilijke herinneringen zijn vaak zwart/wit.
Vraag jezelf af: waren er uitzonderingen?
Hoe ben ik met de situatie omgegaan?
Hoe heb ik het volgehouden?
Wat ontken je?
Levensopgave.
Verleden en toekomst in een ander licht zetten.
Er is een samenhang tussen gebeurtenissen in je levensloop en de betekenis daarvan.
Sta stil bij wie je bent en wat je echt wilt. Ligt het patroon van je leven vast! Patronen breken je op.
Welke vaardigheden heb je nodig om zo slagvaardig te zijn dat je die patronen kunt doorbreken.
Dat zijn er drie. Intuïtie, inlevingsvermogen, creativiteit.
1. intuïtie;is zuiver innerlijk weten. Een complexe wereld is niet alleen verstandelijk te bevatten. Je moet je intuïtie ontwikkelen om snelle beslissingen te nemen die in deze samenleving verwacht worden.
2. levenshouding; ben je echt nieuwsgierig, ben je open, gericht op samenwerken, in staat tot verbinding met anderen. We moeten steeds meer op gevoel doen. Hoe weten we wat klanten en organisaties willen.
3. creativiteit; Welke kwaliteiten heb je? Loop je vast en ben je in staat weer opnieuw te beginnen. Welke talenten heb je? en kun je ze kwijt in je leven?
Afgescheiden zijn leidt tot verlies aan levenskracht. Niets staat op zichzelf, alles in de wereld is met alles verbonden, maar als je zelf denkt vanuit afgescheidenheid dan leidt dat tot verlies aan levenskracht omdat je niet gevoed kunt worden.
Leren denken en handelen vanuit verbondenheid stimuleert het leven zelf. Er ontstaan nieuwe mogelijkheden en ideeën. Er ontstaat ordening, verbanden worden duidelijk.
Als je je niet bewust bent van die verbinding dan wordt de natuur een decor en blijven andere mensen op afstand.
Verbinding met de Bron is het leven zelf. Daar waar leven is ontstaat creativiteit Dat ontstaat en weer afsterft.
Wij staan daar niet los van. We zijn deel van een subtiele levensstroom.
Leven is bewegen. Wat niet beweegt is dood, in de natuur.
Jezelf zijn.
Angsten belemmeren. de angst om niet begrepen et worden is er zo een.
Je kunt ook een verbinding aangaan vanuit een niet-hetzelfde zijn. Verbinding is geen opgaan in de ander.
Je zelf zijn of worden.
Waar zit je ego in de weg of je angsten, je verlangens, al die dingen die je remmen.
Veroordeel jezelf niet, kijk mild naar jezelf.
Jij kunt als enige je leven vorm geven.