We kunnen onszelf vernieuwen en onderzoek doen naar de onzichtbare niveaus van ons lichaam. Het is daarvoor noodzakelijk om onze gewaarwordingen te veranderen.
Tien nieuwe denkbeelden voor transformatie:
1. de fysische wereld, met
inbegrip van ons lichaam, is een reactie van de waarnemer; we brengen zelf ons lichaam tot stand, zoals we ook de manier waarop we de wereld ervaren zelf tot stand brengen.
2. ons lichaam bestaat, in zijn meest wezenlijke toestand, uit energie
en informatie, niet uit vaste stof; deze energie en informatie zijn een manifestatie van oneindige velden van energie en informatie die zich uitstrekken over het hele universum.
3. geest en lichaam zijn een onlosmakelijk geheel; de eenheid die
'ik' is splits zich in twee ervaringsstromen; de subjectieve stroom ervaar ik als gedachten, gevoelens en verlangens; de objectieve stroom ervaar ik als mijn lichaam; op een dieper gelegen niveau komen de stromen samen in één enkele creatieve
bron; vanuit die bron zouden we moeten leven.
4. de biochemische structuur van het lichaam is een produkt van het bewustzijn; overtuigingen, gedachten en emoties veroorzaken de chemische reacties die het leven in stand houden; een verouderende
cel is het eindproduct van bewustzijn dat niet meer weet hoe het nieuw moet blijven.
5. de gewaarwording lijkt een automatisch proces, maar is in feite een aangeleerd verschijnsel; de wereld waarin we leven, ook de manier waarop we haar hebben leren
waarnemen; wanneer we onze gewaarwordingen veranderen, veranderen we de manier waarop we ons lichaam en de wereld om ons heen ervaren.
6. elke seconde krijgt ons lichaam een nieuwe vorm onder invloed van intelligentie-impulsen; de som van die impulsen
bepaalt wie en wat we zijn; door hun patroon te veranderen zullen we onszelf veranderen.
7. hoewel iedereen een afzonderlijk en onafhankelijk individu lijkt te zijn, zijn we allemaal verbonden met intelligentie-patronen die de hele kosmos regeren; ons
lichaam is deel van een universeel lichaam, onze geest een aspect van een universele geest.
8. tijd is niet een absoluut gegeven, alleen de eeuwigheid bestaat; tijd is in porties verdeelde eeuwigheid, tijdloosheid die die door ons in stukken gesneden
is- seconden, uren, dagen, jaren enzovoort. Wat wij lineaire tijd noemen is een afspiegeling van de manier waarop we veranderingen waarnemen; we kunnen leren onze stofwisseling af te stemmen op niet-verandering op de eeuwigheid; dat zal ons in
staat stellen de fysiologie van de onsterfelijkheid tot stand te brengen.
9. ieder van ons bewoont een relaliteit die zich aan elke verandering onttrekt; diep in ons innerlijk, buiten medeweten van de vijf zintuigen, bevindt zich de kern van ons wezen,
een veld van niet-verandering waaruit persoonlijkheid, ego en lichaam voortkomen; dit wezen is onze werkelijke toestand - degene die we werkelijk zijn.
10. we zijn niet het slachtoffer van veroudering, ziekte en dood; die processen zijn
onderdeel van het landschap, niet van de toeschouwer die voor elke vorm van verandering immuun is; deze toeschouwer is de geest, de uiting van het eeuwige zijn.
Dit zijn verstrekkende veronderstellingen, deze componenten van een nieuwe
realiteit. Ze zijn allemaal gebaseerd op de ontdekkingen van de quantumfysica, een eeuw geleden. De pioniers van de quantumfysica beseften dat de algemene kijk op de fysische wereld onjuist was. Hoewel 'de dingen daarbuiten' werkelijk lijken is er buiten de
waarnemer geen enkel bewijs voor de werkelijkheid ervan. Het universum is voor geen twee mensen gelijk. Elk wereldbeeld schept zijn eigen wereld. Je bent meer dan je beperkte lichaam, ego en persoonlijkheid. In werkelijkheid is het veld van het menselijk leven
open en onbegrensd. Op het diepste niveau is je lichaam leeftijdloos en je geest tijdloos.
Wanneer je je eenmaal identificeert met die realiteit, die overeenkomt met de quantumwereldbeschouwing, zal het verouderingsproces een ingrijpende
wijziging ondergaan.